koekoek

Betekenis koekoek

Een vogel die bekend staat om het leggen van zijn eieren in de nesten van andere vogelsoorten.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met koekoek

De koekoek legde zijn ei in het nest van een merel.

Uitspraak (fonetisch)

ˈkukuːk (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: koe-koek

Synoniemen

  • cuculus
  • nestparasiet

Woorden die beginnen of eindigen met "koekoek"

  • koekoeksjong
  • koekoeksklok
  • koekoeksbloem

Etymologie

Afkomstig van het Middelnederlandse 'coucou', dat teruggaat op het Latijnse 'cuculus', wat ook 'koekoek' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Waarom leggen koekoeken hun eieren in andere nesten?
    Koekoeken zijn nestparasieten; ze leggen hun eieren in de nesten van andere vogels om de zorg voor hun jongen aan deze pleegouders over te laten.
  • Wat betekent 'het is een koekoek' in spreekwoorden?
    De uitdrukking 'het is een koekoek' kan verwijzen naar iemand die ergens niet thuis hoort of ongewenst is.
  • Hoe herkent een koekoek andere nesten om zijn eieren in te leggen?
    Koekoeken zoeken naar nesten die lijken op hun eigen, en ze hebben vaak een voorkeur voor een bepaalde gastheersoort.
  • Wat is een koekoeksklok?
    Een koekoeksklok is een klok met een mechanisme waaruit op elk uur een mechanische koekoek tevoorschijn komt, vaak gepaard met het geluid van een koekoek.
  • Hoeveel eieren legt een koekoek in een seizoen?
    Een vrouwelijke koekoek legt doorgaans één ei per nest maar kan tijdens een seizoen in totaal tot wel twintig eieren leggen in verschillende nesten.