kraak

Betekenis kraak

Een geluid dat klinkt als iets breekt of barst; ook een illegale bezetting van een gebouw.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met kraak

Toen zij op de oude vloerplanken stapte, hoorde ze een luide kraak.

Uitspraak (fonetisch)

kraːk (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: kraak (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • krak
  • piep
  • barst

Woorden die beginnen of eindigen met "kraak"

  • kraakpand
  • kraken
  • kraakvis

Etymologie

Afkomstig van het Middelnederlandse 'kracken' of 'kraken', dat 'breken' of 'barsten' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent 'kraak' in de context van een gebouw?
    'Kraak' verwijst naar de illegale bezetting van een gebouw, vaak als protest tegen leegstand.
  • Is het woord 'kraak' gelijk in betekenis als 'crack' in het Engels?
    Niet precies; hoewel beide geluiden kunnen beschrijven, kan 'crack' ook 'scheur' betekenen. 'Kraak' kan ook specifiek verwijzen naar illegale bezetting, wat 'crack' niet doet.
  • Hoe gebruik je 'kraak' in een zin?
    Je kunt zeggen: 'Toen de houten balk brak, was er een harde kraak te horen.'
  • Heeft 'kraak' andere betekenissen dan geluid?
    Ja, in Nederland kan het ook verwijzen naar de praktijk van kraken, het illegaal betrekken van een leegstaand gebouw.
  • Wat is het werkwoordsvorm van 'kraak'?
    De werkwoordsvorm is 'kraken'.