tuk

Betekenis tuk

Een korte slaap of dutje.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met tuk

Na een vermoeiende ochtend besloot hij even een tuk te doen op de bank.

Uitspraak (fonetisch)

tʏk (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: tuk (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • dutje
  • slaapje
  • siësta

Woorden die beginnen of eindigen met "tuk"

  • tukje
  • tukken
  • tukkig

Etymologie

Het woord 'tuk' komt van het Nederlandse dialectisch, mogelijk verwant aan het Engelse 'tuck', dat in contexten zoals 'tuck in' een betekenis heeft van zich comfortabel installeren, vaak voor slapen.

Veelgestelde vragen

  • Waar komt het woord 'tuk' vandaan?
    Het woord 'tuk' komt van het Nederlandse dialectisch en is mogelijk verwant aan het Engelse 'tuck'.
  • Wat is een synoniem voor 'tuk'?
    Een synoniem voor 'tuk' is 'dutje'.
  • Hoe gebruik je 'tuk' in een zin?
    Een voorbeeldzin is: 'Na een vermoeiende ochtend besloot hij even een tuk te doen op de bank.'
  • Is 'tuk' een formeel woord?
    Nee, 'tuk' wordt meestal informeel gebruikt om een kort slaappauze of dutje te beschrijven.
  • Wat betekent 'tukje'?
    'Tukje' is een verkleinwoord van 'tuk' dat ook een korte slaap of dutje betekent.