bellen

Betekenis bellen

Telefonisch contact opnemen met iemand of iets laten rinkelen.

Woordsoort

werkwoord

Voorbeeldzin met bellen

Ik ga mijn moeder bellen om te vragen hoe het met haar gaat.

Uitspraak (fonetisch)

ˈbɛ.lə(n) (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: bel-len

Synoniemen

  • opbellen
  • telefoneren
  • ringelen

Woorden die beginnen of eindigen met "bellen"

  • bellenblazer
  • mobielbellen
  • bellenketting

Etymologie

Afgeleid van het Middelnederlandse 'bellen', dat gerelateerd is aan de klokken en bellen die men liet klinken.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent 'bellen' in de context van mobiele telefonie?
    'Bellen' kan verwijzen naar het activeren van een telefoonverbinding om met iemand te praten via een mobiele telefoon.
  • Kan 'bellen' ook zonder telefoon worden gebruikt?
    Ja, 'bellen' kan ook verwijzen naar het geluid van een traditionele bel dat resoneert of rinkelt.
  • Wat is het verschil tussen 'bellen' en 'sms'en'?
    'Bellen' betekent praten via de telefoon, terwijl 'sms'en' het verzenden van een tekstbericht via de telefoon betekent.
  • Is 'bellen' een transitief of intransitief werkwoord?
    'Bellen' kan beide zijn; je kunt iemand bellen (transitief) of simpelweg bellen (intransitief) zonder object.
  • Bestaat er een zelfstandig naamwoordvorm van 'bellen'?
    Ja, 'de bel' is het zelfstandig naamwoord en verwijst naar een apparaat dat het bellen mogelijk maakt.