bingo
Betekenis bingo
Een gezelschapsspel waarbij spelers nummers op hun kaart moeten afstrepen die door een omroeper worden aangekondigd.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met bingo
Oma gaat elke dinsdag naar het buurthuis om bingo te spelen met haar vriendinnen.
Uitspraak (fonetisch)
ˈbɪŋ.ɡoː (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: bin-go
Synoniemen
- loterijspel
- geluksspel
Woorden die beginnen of eindigen met "bingo"
- bingokaart
- bingomolen
- bingospel
Etymologie
Afkomstig uit het Engels 'bingo', mogelijk een onomatopee van een bel of gong die klinkt bij een overwinning.
Veelgestelde vragen
- Wat is de oorsprong van bingo?
Bingo vindt zijn oorsprong in Italië rond de 16e eeuw als een soort loterijspel. Het verspreidde zich later naar andere delen van Europa en de Verenigde Staten. - Hoeveel nummers worden er gebruikt in bingo?
In de meeste varianten worden er 75 of 90 nummers gebruikt, afhankelijk van de regio en de versie van het spel. - Wat betekent het woord 'bingo'?
'Bingo' wordt vaak geroepen wanneer iemand zijn kaart vol heeft en het spel heeft gewonnen. - Wordt bingo alleen voor amusement gespeeld?
Hoewel het vaak voor amusement wordt gespeeld, wordt het ook gebruikt als fondsenwervingsinstrument door gemeenschappen en organisaties. - Is er een strategie om bingo te winnen?
Bingo is voornamelijk een kansspel, maar het hebben van meerdere kaarten kan de kansen op winnen vergroten.