periodetijd

Betekenis periodetijd

De tijdsduur van één complete cyclus van een periodiek proces, zoals een golfbeweging, trillingen, of een andere cyclische gebeurtenis.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met periodetijd

De periodetijd van een volle maan tot de volgende volle maan bedraagt ongeveer 29,5 dagen.

Uitspraak (fonetisch)

peː.riˈjodə.tɛit (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: pe-ri-o-de-tijd

Synoniemen

  • cyclustijd
  • periode
  • golfperiode

Woorden die beginnen of eindigen met "periodetijd"

  • periodesysteem
  • periodetabellen
  • deelperiode
  • uitzendperiode

Etymologie

Afgeleid van 'periode', dat afkomstig is van het Latijnse 'periodus', en 'tijd', dat teruggaat op het Oudnederlandse 'tīd'.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent periodetijd in de natuurkunde?
    In de natuurkunde verwijst periodetijd naar de tijd die nodig is voor één volledige cyclus van een golf of andere periodieke beweging.
  • Hoe bereken je de periodetijd?
    De periodetijd kan worden berekend door de omgekeerde waarde van de frequentie te nemen: T = 1/f, waarbij T de periodetijd is en f de frequentie in Hertz.
  • Heeft elke periodieke beweging een periodetijd?
    Ja, elke periodieke beweging heeft een periodetijd, die de duur van één volledige cyclus van die beweging aangeeft.
  • Is periodetijd hetzelfde als frequentie?
    Nee, periodetijd is niet hetzelfde als frequentie. Frequentie is het aantal cycli per seconde, terwijl periodetijd de duur van één cyclus is.
  • Wat is het verschil tussen periodetijd en cyclustijd?
    Er is geen verschil; beide termen verwijzen naar de tijdsduur van één complete cyclus van een periodiek proces.