truis
Betekenis truis
Een waarheid die zo vanzelfsprekend is dat het overbodig is deze uit te spreken.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met truis
Het is een truis dat water nat is.
Uitspraak (fonetisch)
/trœys/ (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: truis (geen afbreking mogelijk)
Synoniemen
- platitude
- cliché
- gemeenplaats
Woorden die beginnen of eindigen met "truis"
- truïsme
- truist
- truisheit
Etymologie
Afgeleid van het Franse 'truism', dat zijn oorsprong vindt in het Engelse 'truth', wat waarheid betekent.
Veelgestelde vragen
- Is 'truis' een veelgebruikt woord?
'Truis' wordt in het dagelijks taalgebruik minder vaak gebruikt, maar komt vaker voor in formele of literaire contexten. - Wat is het verschil tussen een 'truis' en een 'cliché'?
Hoewel beide verwijzen naar iets wat vaak gezegd wordt, is een 'cliché' vaak een afgezaagde uitdrukking, terwijl een 'truis' meer een evidente waarheid is. - Kan een 'truis' nuttig zijn?
Ja, in sommige gevallen kan het bevestigen van een truis dienen als een retorisch middel om een punt te bekrachtigen. - Hoe wordt 'truis' uitgesproken?
'Truis' wordt uitgesproken als /trœys/. - Zijn er andere woorden die typisch op dezelfde momenten als 'truis' worden gebruikt?
Ja, 'platitude' en 'gemeenplaats' worden vaak in vergelijkbare contexten gebruikt.