broms

Betekenis broms

Een brommende of grommende klank of geluid, vaak geassocieerd met het geluid dat een bromfiets of een soortgelijke motor maakt.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met broms

Ik hoorde een luide broms toen de motor startte.

Uitspraak (fonetisch)

/brɔms/ (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: broms (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • grom
  • geronk
  • bromgeluid

Woorden die beginnen of eindigen met "broms"

  • bromsnor
  • bromstress
  • voorbroms

Etymologie

Afgeleid van het werkwoord 'brommen', dat verwijst naar het maken van een laag, zoemend geluid. Het woord kan ook verband houden met het geluidskenmerk van oudere bromfietsen.

Veelgestelde vragen

  • Is 'broms' een veelgebruikt woord?
    'Broms' is geen veelgebruikt woord in de Nederlandse taal, maar het kan worden gebruikt in contexten waar een specifiek bromgeluid wordt beschreven.
  • Komt 'broms' alleen voor in Nederland?
    'Broms' kan in het Nederlands taalgebied gebruikt worden, maar het is niet gebonden aan een specifieke regio binnen Nederland of België.
  • Kan 'broms' ook figuurlijk gebruikt worden?
    In principe is 'broms' een letterlijke beschrijving van een geluid. Figuurlijk gebruik is mogelijk, maar niet algemeen gangbaar.
  • Hoe verschilt 'broms' van 'grom'?
    'Broms' verwijst vaak naar een constant of mechanisch geluid, terwijl 'grom' vaker betrekking heeft op dieren, zoals een grommende hond.
  • Wordt 'broms' gebruikt in specifieke vakgebieden?
    'Broms' wordt soms gebruikt in geluidsanalyse of beschrijvingen in de motormechanica, maar het is geen technisch jargon.