grijpen
Betekenis grijpen
Met de hand vastpakken of stevig vasthouden.
Woordsoort
werkwoord
Voorbeeldzin met grijpen
Hij wist de bal net op tijd te grijpen voordat die op de grond viel.
Uitspraak (fonetisch)
/ˈɣrɛi.pə(n)/ (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: grij-pen
Synoniemen
- pakken
- vastpakken
- meepakken
Woorden die beginnen of eindigen met "grijpen"
- grijpklaar
- grijpend
- grijpen
Etymologie
Afkomstig uit het Middelnederlands 'grîpen', dat hetzelfde betekent en gerelateerd is aan het Oudhoogduitse 'grifan'.
Veelgestelde vragen
- Wat betekent 'grijpen' in figuurlijke zin?
Figuurlijk kan 'grijpen' betekenen dat je een kans benut of iets oppikt, zoals in 'Een kans grijpen'. - Welke vervoegingen heeft het werkwoord 'grijpen'?
De vervoegingen van 'grijpen' zijn: greep (verleden tijd enkelvoud), grepen (verleden tijd meervoud), gegrepen (voltooid deelwoord). - In welke context wordt 'grijpen' vaak gebruikt?
'Grijpen' wordt vaak gebruikt in de context van fysieke handelingen waarbij iets vastgepakt wordt. Maar ook in figuurlijke context zoals het pakken van een kans. - Is 'grijpen' een onregelmatig werkwoord?
Ja, 'grijpen' is een onregelmatig werkwoord. - Wat is het verschil tussen 'grijpen' en 'pakken'?
'Grijpen' impliceert vaak een sneller en steviger vastpakken dan 'pakken', maar beide kunnen in veel gevallen door elkaar gebruikt worden.