kais

Betekenis kais

Een kais is een kleinschalige haven of aanlegplaats, vaak gebruikt in visserijgemeenschappen en kleinere woongemeenschappen aan het water.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met kais

De vissersboot legde aan bij de kais om de vangst van de dag te lossen.

Uitspraak (fonetisch)

/kɛɪs/ (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: kais (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • aanlegplaats
  • steiger
  • kade

Woorden die beginnen of eindigen met "kais"

  • kaiser
  • kaisvoet
  • kaisboot

Etymologie

Het woord 'kais' komt van het Middelnederlandse 'kayse', dat op zijn beurt verwant is aan het Oudfranse 'quais', wat 'kade' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wordt 'kais' nog vaak gebruikt in de Nederlandse taal?
    'Kais' wordt voornamelijk in regionale dialecten gebruikt en is niet algemeen in standaard Nederlands.
  • Wat is het verschil tussen een kais en een haven?
    Een kais is kleiner en minder geschikt voor grote schepen in vergelijking met een haven, die meestal faciliteiten biedt voor grote vaartuigen.
  • Verwijst 'kais' naar een specifiek type aanlegplaats?
    Ja, 'kais' verwijst vaak naar een eenvoudige aanlegplaats of steiger voor kleinere boten.
  • Is er een moderne variant van het woord 'kais'?
    Moderne termen zoals 'pier' en 'dok' zijn gebruikelijker, maar 'kais' wordt nog steeds in bepaalde regio's gebruikt.
  • Waar wordt de term 'kais' het meest gebruikt?
    De term wordt vaak gebruikt in maritieme gemeenschappen en regio's met veel kleine aanlegplaatsen.