nucleus

Betekenis nucleus

De kern van een cel die het genetisch materiaal bevat en de celactiviteiten reguleert.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met nucleus

De nucleus van de cel bevat chromosomen die het DNA dragen.

Uitspraak (fonetisch)

ˈnyː.kleː.ʏs (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: nu-cle-us

Synoniemen

  • kern
  • celkern

Woorden die beginnen of eindigen met "nucleus"

  • nucleair
  • nucleusvorming
  • celnucleus

Etymologie

Afkomstig uit het Latijn, waarin 'nucleus' 'pit' of 'kern' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is de functie van een nucleus in een cel?
    De nucleus controleert de celactiviteiten en bevat het genetisch materiaal in de vorm van DNA.
  • Is de nucleus in alle cellen aanwezig?
    Nee, niet alle cellen hebben een nucleus. Bijvoorbeeld, rode bloedcellen bij zoogdieren hebben geen nucleus.
  • Wat is het verschil tussen nucleus en kern?
    In biologische context verwijzen beide termen naar het centrale deel van de cel dat het DNA bevat, maar 'kern' kan in bredere contexten ook andere centrale delen aanduiden, zoals het centrum van een atoom.
  • Hoe wordt nucleus uitgesproken?
    Nucleus wordt uitgesproken als ˈnyː.kleː.ʏs.
  • Wat bevat de nucleus?
    De nucleus bevat het erfelijk materiaal of DNA in de vorm van chromosomen.