opa

Betekenis opa

De vader van iemands vader of moeder; de grootvader.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met opa

Opa vertelde ons verhalen over zijn jeugd.

Uitspraak (fonetisch)

ˈoːpaː (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: opa

Synoniemen

  • grootvader
  • grootopa
  • pake

Woorden die beginnen of eindigen met "opa"

  • opaschap
  • opadag
  • opa

Etymologie

Afkomstig uit het Latijn 'avus' (grootvader) via het Italiaanse 'nonno' en het Duitstalige 'Oppa'.

Veelgestelde vragen

  • Wat is de vrouwelijke tegenhanger van 'opa'?
    De vrouwelijke tegenhanger van 'opa' is 'oma'.
  • Hoe zeg je 'opa' in het Engels?
    In het Engels zeg je 'grandfather' of 'grandpa'.
  • Is 'opa' een informele term?
    Ja, 'opa' is een informele term voor grootvader.
  • Wat is de meervoudsvorm van 'opa'?
    De meervoudsvorm van 'opa' is 'opa's'.
  • Welke rol speelt een opa vaak in het gezin?
    Een opa speelt vaak een rol als mentor en verhalenverteller en biedt emotionele ondersteuning binnen het gezin.