speechen

Betekenis speechen

Het houden of geven van een toespraak.

Woordsoort

werkwoord

Voorbeeldzin met speechen

Hij ging speechen tijdens het congres om zijn ideeën te delen.

Uitspraak (fonetisch)

ˈspiːʧən (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: speech-en

Synoniemen

  • toespreken
  • oreren
  • debat houden

Woorden die beginnen of eindigen met "speechen"

  • speech
  • speechmaker
  • speechwedstrijd

Etymologie

Afkomstig van het Engelse 'to speech', wat 'een toespraak houden' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen 'speechen' en 'een presentatie geven'?
    'Speechen' refereert specifiek aan het formeel toespreken van een publiek, terwijl een presentatie geven breder kan zijn en niet altijd een formeel karakter heeft.
  • Is 'speechen' een officieel Nederlands woord?
    Ja, 'speechen' is opgenomen in het Nederlandse woordenboek als leenwoord uit het Engels.
  • Hoe maak je 'speechen' voltooid verleden tijd?
    De voltooid verleden tijd van 'speechen' is 'gespeecht'.
  • Zijn er andere talen waar 'speechen' vandaan komt?
    Het woord is afgeleid van het Engelse 'speech', wat ook zijn oorsprong in het Oudengels heeft.
  • Kun je 'speechen' als zelfstandig naamwoord gebruiken?
    Hoewel 'speechen' meestal als werkwoord wordt gebruikt, wordt het soms informeel als zelfstandig naamwoord gebruikt zoals in 'Zijn speechen waren inspirerend'.