sportpark

Betekenis sportpark

Een groot terrein dat is ingericht voor het beoefenen van verschillende sportactiviteiten, vaak met meerdere sportfaciliteiten zoals velden en sportzalen.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met sportpark

Elk weekend wordt er een voetbaltoernooi georganiseerd in het plaatselijke sportpark.

Uitspraak (fonetisch)

sport-park (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: sport-park

Synoniemen

  • sportcomplex
  • sportterrein
  • sportaccommodatie

Woorden die beginnen of eindigen met "sportpark"

  • sporthal
  • sportvereniging
  • pretpark

Etymologie

Ontstaan uit de samenstelling van de woorden 'sport' en 'park'. 'Sport' komt van het Oudfranse 'desport', wat 'vermaak, tijdverdrijf' betekent, en 'park' komt van het Oudfranse 'parc', dat 'ingesloten terrein' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen een sportpark en een sporthal?
    Een sportpark is een groot buitengebied met vaak meerdere sportfaciliteiten, terwijl een sporthal een overdekte ruimte is die voornamelijk gebruikt wordt voor binnensporten.
  • Welke sporten kun je beoefenen in een sportpark?
    In een sportpark kun je vaak sporten zoals voetbal, hockey, tennis, atletiek en rugby beoefenen, afhankelijk van de aanwezige faciliteiten.
  • Zijn sportparken openbaar toegankelijk?
    Veel sportparken zijn openbaar toegankelijk, maar sommige delen kunnen gereserveerd zijn voor sportverenigingen of specifieke evenementen.
  • Hoeveel sportparken zijn er in Nederland?
    Het exacte aantal sportparken kan variëren, maar Nederland heeft honderden sportparken verspreid over het hele land.
  • Wat zijn de voordelen van sporten in een sportpark?
    Sporten in een sportpark biedt toegang tot diverse sportfaciliteiten, ruimte voor verschillende sporten, en een vaak groene, stimulerende omgeving.