transistor
Betekenis transistor
Een transistor is een halfgeleiderapparaat dat wordt gebruikt om elektronische signalen en elektrische stroom te versterken of te schakelen.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met transistor
De ingenieur gebruikte een transistor om de geluidskwaliteit van de versterker te verbeteren.
Uitspraak (fonetisch)
tran-sis-tor (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: tran-sis-tor
Synoniemen
- halfgeleider
- versterker
- schakelaar
Woorden die beginnen of eindigen met "transistor"
- transistoren
- transistorstyring
- transistorbuis
Etymologie
Het woord 'transistor' is een samentrekking van 'transfer' en 'resistor' en werd in 1947 geïntroduceerd na de uitvinding van het apparaat door Bell Labs.
Veelgestelde vragen
- Waar wordt een transistor voor gebruikt?
Transistors worden gebruikt voor het versterken van signalen, als schakelaar in elektronische schakelingen en voor vele andere toepassingen in de elektronica. - Wat is het verschil tussen een transistor en een diode?
Een diode laat stroom slechts in één richting door, terwijl een transistor stroom in beide richtingen kan laten doorlopen en ook kan worden gebruikt om signalen te versterken. - Hoe werkt een transistor?
Een transistor werkt door een kleine stroom aan zijn basis aan te leggen, wat een grotere stroom door de collector naar de emitter mogelijk maakt. - Welke soorten transistors zijn er?
Er zijn veel soorten transistors, waaronder bipolaire junctiontransistors (BJT), veldeffecttransistors (FET), en metalen-oxide-semiconductor FET's (MOSFET). - Wat is de geschiedenis van de transistor?
De transistor werd uitgevonden in 1947 bij Bell Laboratories. Het markeerde een doorbraak in de elektronica en revolutioneerde de ontwikkeling van elektronische apparaten.