vapeur

Betekenis vapeur

een lichte staat van duizeligheid, zwakte of malaise die soms wordt waargenomen, vooral bij vrouwen in de negentiende eeuw, vaak geassocieerd met emotionele of fysieke uitputting.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met vapeur

Na de lange wandeling in de hitte kreeg ze een lichte aanval van vapeur.

Uitspraak (fonetisch)

va-pøːr (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: va-peur

Synoniemen

  • flauwte
  • zwakte
  • flauwval

Woorden die beginnen of eindigen met "vapeur"

  • vapeurkamer
  • vapeurstaat
  • damvapeur

Etymologie

Afkomstig uit het Frans, oorspronkelijk verwijzend naar dampen zou het later worden gebruikt om een staat van flauwte of zwakte te beschrijven.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent 'vapeur' in modern Nederlands?
    'Vapeur' verwijst naar een toestand van lichte duizeligheid of flauwte.
  • Waar komt het woord 'vapeur' vandaan?
    Het komt van het Franse woord voor damp, waarbij het later een andere betekenis kreeg in gezondheidstermen.
  • Is 'vapeur' nog een gangbaar woord?
    Nee, het wordt in het moderne Nederlands zelden gebruikt en heeft een verouderde betekenis.
  • Wordt 'vapeur' alleen bij vrouwen gebruikt?
    Historisch werd het vaker geassocieerd met vrouwen, maar het kan in principe voor iedereen gebruikt worden.
  • Kan 'vapeur' worden gebruikt om moderne symptomen te beschrijven?
    Het woord wordt zelden in moderne medische contexten gebruikt en heeft voornamelijk een historische betekenis.