huisschilder

Betekenis huisschilder

Een persoon die gespecialiseerd is in het schilderen van woningen, zowel binnen als buiten.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met huisschilder

De huisschilder heeft afgelopen week de woonkamer in een frisse kleur geschilderd.

Uitspraak (fonetisch)

ˈhœy̯sˌsxɪldər (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: huis-schil-der

Synoniemen

  • schilder
  • verfwerker
  • verfspuiter

Woorden die beginnen of eindigen met "huisschilder"

  • huiskamer
  • huisnummers
  • schilderwerk
  • schildersbedrijf

Etymologie

Het woord 'huisschilder' is ontstaan uit de samenvoeging van 'huis', wat 'woning' betekent, en 'schilder', wat komt van het Middelnederlandse 'scilder', dat verwant is aan 'schilden' of 'beschermen' met kleur.

Veelgestelde vragen

  • Wat doet een huisschilder precies?
    Een huisschilder brengt verf aan op binnen- en buitenmuren van woningen en andere gebouwen.
  • Heb je een opleiding nodig om huisschilder te worden?
    Ja, er zijn vakgerichte opleidingen voor huisschilder, waarin men technieken en kennis verwerft over verf- en kleurgebruik.
  • Wat zijn de belangrijkste gereedschappen van een huisschilder?
    De belangrijkste gereedschappen van een huisschilder zijn kwasten, rollers, ladders en verfbakken.
  • Wat zijn de voordelen van het inhuren van een professionele huisschilder?
    Professionele huisschilders hebben ervaring, zorgen voor een hoogwaardige afwerking en kunnen advies geven over kleur- en productkeuzes.
  • Kan een huisschilder ook advies geven over kleurgebruik?
    Ja, veel huisschilders kunnen advies geven over kleurgebruik en welk type verf het meest geschikt is voor bepaalde oppervlakken.