influx

Betekenis influx

een toestroom of binnenkomst van een grote hoeveelheid of aantal personen, zaken of invloeden.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met influx

De influx van toeristen in het zomerseizoen zorgt voor drukte in de stad.

Uitspraak (fonetisch)

ˈɪn.flʌks (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: in-flux

Synoniemen

  • toestroom
  • instroom
  • aanvoer

Woorden die beginnen of eindigen met "influx"

  • influxcapaciteit
  • influxbeheer
  • gelatinflux

Etymologie

Uit het Latijn 'influxus', van 'influere' dat toestromen betekent, samengesteld uit 'in-' (in) en 'fluere' (stromen).

Veelgestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen 'influx' en 'instroom'?
    'Influx' en 'instroom' kunnen vaak als synoniemen gezien worden, waarbij beide termen verwijzen naar een binnenkomst van iets. 'Instroom' wordt vaker gebruikt in contexten met vloeistoffen of bij administratieve indelingen.
  • Kan 'influx' zowel positief als negatief worden gebruikt?
    Ja, het kan zowel positief als negatief worden gebruikt. Een positief gebruik kan verwijzen naar een influx van toeristen die de economie verbetert, terwijl een negatief gebruik kan verwijzen naar een influx van vluchtelingen die druk op de middelen legt.
  • Is 'influx' een leenwoord?
    Ja, 'influx' is een leenwoord uit het Engels en heeft zijn oorsprong in het Latijn.
  • Zijn er specifieke sectoren waar 'influx' vaak wordt gebruikt?
    'Influx' wordt vaak gebruikt in demografische en economische contexten, maar kan ook in ecologie, technologie en andere gebieden waar instroom van invloed is, voorkomen.
  • Hoe gebruik je 'influx' correct in een zin?
    Je gebruikt 'influx' om de binnenkomst of toestroom van iets aan te geven, bijvoorbeeld: 'De influx van nieuwe technologieën verandert de markt.'