pispaal

Betekenis pispaal

Iemand die telkens de schuld krijgt of op wie afgereageerd wordt.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met pispaal

Hij was altijd de pispaal van de klas, omdat iedereen hem de schuld gaf van dingen die hij niet had gedaan.

Uitspraak (fonetisch)

/ˈpɪs.paːl/ (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: pis-paal

Synoniemen

  • zondebok
  • boosdoener
  • schietschijf

Woorden die beginnen of eindigen met "pispaal"

  • pisang
  • pistool
  • paalwoning

Etymologie

Oorspronkelijk een paal waartegen aangedrukt werd geplast, figuurlijk gebruikt voor iemand op wie men afreageert.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent het om een pispaal te zijn?
    Iemand die constant onterecht de schuld krijgt of het mikpunt is van spot en kritiek.
  • Is 'pispaal' een positief of negatief woord?
    'Pispaal' heeft een negatieve connotatie; het beschrijft iemand die vaak onterecht de dupe is.
  • Kan een 'pispaal' ook een situatie beschrijven?
    Het woord 'pispaal' wordt doorgaans enkel gebruikt om personen mee aan te duiden.
  • Welke uitdrukkingen zijn vergelijkbaar met 'pispaal'?
    'Zondebok' is een veelgebruikt synoniem dat hetzelfde idee weergeeft.
  • Waar komt het woord 'pispaal' vandaan?
    Het woord komt van een paal waartegen urine werd geloosd, vandaar de figuurlijke betekenis van iemand op wie men kwaadheid of frustratie afreageert.

Nieuwe woorden

Bekijk ook eens de betekenis van deze nieuw toegevoegde woorden.

Recent gezochte betekenissen

Bekijk ook eens de betekenis van deze recent opgezochte woorden.