sleutel
Betekenis sleutel
Een werktuig waarmee een slot geopend of gesloten kan worden, of een instrument, vaak van metaal, om bouten, moeren of schroeven aan te draaien of los te maken.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met sleutel
Hij gebruikte de sleutel om de deur naar de kelder te openen.
Uitspraak (fonetisch)
ˈsløːtəl (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: sleu-tel
Synoniemen
- lockpick
- gereedschap
- sleutelkaart
Woorden die beginnen of eindigen met "sleutel"
- sleutelhanger
- sleutelbos
- sleutelbeen
Etymologie
Het woord 'sleutel' komt uit het Middelnederlands 'sluutel', dat teruggaat op het Oudnederlandse 'sluttil', en uiteindelijk van het Latijnse 'clavis'.
Veelgestelde vragen
- Wat is een sleutelhanger?
Een sleutelhanger is een voorwerp waarmee je sleutels samen kunt houden en makkelijk kunt vinden. - Wat is het verschil tussen een mechanische en digitale sleutel?
Een mechanische sleutel is een fysiek object dat in een slot past, terwijl een digitale sleutel een code of chip is die elektronische toegang mogelijk maakt. - Wat is een reserve sleutel?
Een reserve sleutel is een extra sleutel die wordt bewaard voor het geval de originele sleutel kwijt raakt of beschadigd raakt. - Hoe worden sleutels meestal georganiseerd?
Sleutels worden vaak georganiseerd op een sleutelhanger of sleutelbord om ze goed te kunnen onderscheiden en eenvoudig terug te vinden. - Wat betekent 'sleutel van de oplossing' figuurlijk?
Figuratief betekent 'sleutel van de oplossing' het cruciale element of de sleutelcomponent die nodig is om een probleem op te lossen.